De afgelopen maanden heeft Stephanie Kroon zich met haar afstudeeronderzoek verdiept in de sociale aspecten van MVO, en specifiek Social Return, binnen facilitaire aanbestedingen. In dit artikel deelt zij haar bevindingen en de 8 stappen om te starten met het toepassen van Social Return in aanbestedingen.
Binnen inkoop is Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) niet meer weg te denken. Vaak wordt er als het gaat om MVO binnen organisaties veel aandacht besteed aan de milieuaspecten. Echter, de sociale aspecten van MVO zoals en het creëren van inclusiviteit krijgen minder aandacht. Een gemiste kans omdat organisaties ook op deze manier iets terug kunnen doen voor de maatschappij.
Een manier om de sociale aspecten van MVO toe te passen is Social Return. Kort gezegd worden er extra werkplekken, stageplekken of werkervaring plekken voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt gecreëerd. De afspraken hieromtrent kunnen zowel in eigen HR-beleid opgenomen worden als in het inkoopbeleid of -proces. Wanneer een organisatie Social Return toepast binnen inkoop, worden er bij het inkoopproces afspraken gemaakt tussen de opdrachtgever en de opdrachtnemer over het creëren van deze extra werkplekken.
Het is belangrijk om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk te krijgen omdat werk tegenwoordig niet alleen maar een middel is voor levensonderhoud, maar ook een manier om waarden en ambities te verdedigen. Het bevorderen van de brede ontwikkeling van kwetsbare werkzoekenden is waar Social Return op gericht is. Social Return is geen doel op zichzelf. Het is een middel om een inclusieve arbeidsmarkt te creëren. Bij een inclusieve organisatie hoort het personeelsbestand een afspiegeling te zijn van de samenleving. Met Social Return kunnen organisaties naast hun reguliere werkzaamheden ook iets terugdoen voor de maatschappij op sociaal vlak.
De reden dat Social Return momenteel zo belangrijk is, komt door de vele werklozen. Op dit moment ontvangen in Nederland ongeveer anderhalf miljoen mensen een uitkering vanwege arbeidsongeschiktheid of werkloosheid. Jaarlijks wordt er in Nederland aan uitkeringen voor werkloosheid en arbeidsongeschiktheid 26 miljard euro uitgegeven.
Naast de vele werklozen is Wet- en regelgeving ook een oorzaak waardoor veel organisaties zich bezig houden met Social Return. Op 11 april 2013 hebben werkgevers en het kabinet in het sociaal akkoord afgesproken dat zij bij reguliere werkgevers banen gaan creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Het gaat hierbij in totaal om 125.000 extra banen ten opzichte van 1 januari 2013. 25.000 banen hiervan dienen gerealiseerd te worden bij de overheid in 2024 en 100.000 banen in de marktsector in 2026.
Social Return brengt voor de maatschappij en het bedrijfsleven veel voordelen met zich mee. Gemeenten geven aan dat Social Return een middel is om bij te dragen aan de problematieken die binnen de stad leven. Via Social Return krijgen de mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt weer een steuntje in de rug om op een passende wijze deel te nemen aan het arbeidsproces. Dit draagt enorm bij aan de lokale of regionale werkgelegenheid. Voor het bedrijfsleven kan Social Return zorgen voor een imagoverbetering. Ook kan het productieproces verbeterd worden. Volgens een opdrachtnemer draagt Social Return verder enorm bij aan de diversiteit binnen organisaties. Als laatst zeggen overheidsorganisaties dat Social Return een goed middel is om maatschappelijke waarde te creëren.
Uit het onderzoek komt naar voren dat Social Return op verschillende manieren kan worden toegepast binnen aanbestedingen. In de huidige situatie blijkt dat in 64% van de aanbestedingen Social Return wordt uitgevraagd. In 32% van de onderzochte aanbestedingen wordt enkel een minimumeis uitgevraagd. Naast de minimumeis wordt er in 4% van de aanbestedingen ook enkel een subgunningscriterium uitgevraagd. Een combinatie van de minimumeis en het subgunningscriterium wordt in 28% van de onderzochte aanbestedingen uitgevraagd. In 36% van de aanbestedingen wordt Social Return dus niet uitgevraagd.
Volgens opdrachtnemers wordt er in de aanbestedingen vaak klakkeloos een percentage opgenomen wat soms moeilijk haalbaar is. Ook krijgen zij binnen aanbestedingen te weinig ruimte om maatwerk te bieden. Voor veel opdrachtgevers is Social Return op dit moment zelfs nog een ‘ver-van-mijn-bed-show’. Bij de invulling van Social Return wordt er op dit moment nog weinig samengewerkt tussen verschillende organisaties. Ook wordt er soms gezien dat Social Return een ondergesneeuwd onderwerp is dat bij de verkeerde persoon binnen de organisatie wordt neergelegd.
Ruimte genoeg dus voor verbetering! Om Social Return beter te borgen in facilitaire aanbestedingen van overheidsorganisaties zijn op basis van het onderzoek acht stappen uitgeschreven:
Om de mening van leveranciers tegemoet te komen en om in de toekomst meer Social Return te realiseren binnen aanbestedingen moeten opdrachtgevers duidelijke Social Return doelstellingen opstellen op managementniveau. Vervolgens moet een organisatie kijken of de doelstellingen op het gebied van Social Return matchen met alle andere doelstellingen. Deze moeten in lijn zijn met elkaar.
Ook moeten de opdrachtgevers in de Social Return doelstellingen opnemen dat er geen drempelbedrag is voor Social Return binnen de organisatie. Wanneer dit niet mogelijk is moet er gekozen worden voor een zo laag mogelijk bedrag. Bij iedere aanbesteding moet er gekeken worden of Social Return toegepast kan worden. Dit moet niet pas gebeuren vanaf een bepaald drempelbedrag.
Vervolgens is het belangrijk dat iedere organisatie een verantwoordelijk persoon heeft voor Social Return om deze doelstellingen te handhaven. De verantwoordelijke voor Social Return kan zich alleen op dit onderwerp focussen. Dat voorkomt dat Social Return een ondergesneeuwd onderwerp wordt. Ook zorgt dit ervoor dat contractmanagers zich weer bezig kunnen houden met de harde onderwerpen uit het contract. Het delen van kennis binnen en buiten de organisatie door deze verantwoordelijken is essentieel om betere resultaten te behalen.
Tijdens de aanbesteding moet er beter gekeken worden wat een reëel percentage is voor Social Return. Wanneer er een reëel percentage is vastgesteld kan deze worden uitgevraagd als minimumeis. Naast de minimumeis is het belangrijk dat er ook een subgunningscriterium wordt opgenomen om leveranciers de ruimte te bieden om maatwerk te leveren. Als subgunningscriterium wordt er aanbevolen gebruik te maken van een Plan van Aanpak. Dit wordt gedaan om makkelijke concurrentie op het gebied van Social Return te voorkomen.
Na de gunning van een opdracht is het belangrijk dat de opdrachtgever en de leverancier nauw samenwerken.Tenslotte moet de verantwoordelijke voor Social Return alle contracten inzichtelijk hebben waar Social Return een onderdeel van is. Deze contracten moeten vervolgens allemaal vastgelegd worden in een webbased monitoringssysteem. Een webbased monitoringssysteem geeft de opdrachtgever grip op Social Return. Hierdoor kan het mislopen van realisatie voorkomen worden.
Bel of mail onze experts
Contractmanagement en het belang ervan neemt toe. Uw facilitaire organisatie gaat mee in deze ontwikkeling. Maar hoeveel contracten kan een contractmanager handelen of andersom: hoeveel contractmanagers heeft uw facilitaire organisatie nodig?
Lees meer